Het bezoek begint in Lissabon, vanwaar u naar Alcobaça gaat, een stad met het klooster van Alcobaça, bekend als het Koninklijk Klooster van Santa Maria de Alcobaça, dat in 1989 door UNESCO tot Werelderfgoed werd uitgeroepen. De bouw van het klooster begon in 1178, in opdracht van koning D. Afonso Henriques, en de monniken namen het in 1223 in gebruik. Het is een van de grootste en best bewaarde complexen van de cisterciënzerorde. Koning D. Pedro koos de kerk van het klooster als begraafplaats voor zichzelf en zijn geliefde, Inês de Castro, wiens graven bezocht kunnen worden.
U gaat dan verder naar het dorp Óbidos, waar u kunt genieten van enkele van de mooiste landschappen in West-Portugal. In Óbidos kunnen bezoekers, vergezeld door een audiogids die gedetailleerde informatie geeft over elk punt van belang, de kerken verkennen, de muren en het kasteel bekijken of door de straten slenteren die zijn omzoomd met kleurrijke huizen versierd met bloemen.
Het dorp Óbidos werd waarschijnlijk gesticht door de Kelten in 308 v.Chr. Recente studies hebben experts doen geloven dat Óbidos deel uitmaakte van de oude Romeinse stad Eburobrittium. Het dorp werd later bezet door de barbaren en vervolgens door de Moren. De eerste koning van Portugal, Afonso Henriques, veroverde dit dorp op de Moren. In de 18e eeuw behield Óbidos nog steeds zijn adellijke status als een plek voor de koninklijke zomervakanties. Koning John V verbleef 8 jaar in Óbidos op advies van zijn artsen om te gaan baden in Caldas da Rainha om zijn artritis en obesitas te behandelen.